Zoek op
Sluit dit zoekvak.

Interview met nieuwe directeur Kido Koenig: “Bij de FMS kunnen we echt een verschil maken”

Per 1 november is Kido Koenig de nieuwe directeur van de Foundation Max van der Stoel! Hij neemt het stokje over van Arjen Berkvens, die directeur van de FMS is geweest sinds de oprichting in 2013 en nu aan de slag gaat met een nieuwe functie. Kido heeft ruime ervaring in het bedrijfsleven en heeft zich daarnaast veelvuldig ingezet in het publieke leven. In het bijzonder voor de FMS, als trainer en gespreksleider. In dit interview stelt Kido zich voor aan de vrienden en partners van de FMS!

Kido, aangenaam om kennis met je te maken. Niet iedereen zal je al kennen. Kan je jezelf kort voorstellen?

Ik ben in 2011 begonnen als vrijwilliger voor de FMS, nadat ik me al een tijdlang had bemoeid met de jongerenpolitiek, bijvoorbeeld als vicevoorzitter van de Jonge Socialisten en voorzitter van de Nationale Jeugdraad, Ook heb ik in die tijd met veel plezier deelgenomen aan debattoernooien, en heb ik me ingezet voor ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast heb ik veel trainingen gegeven, dus zo kwam ik binnenrollen als trainer bij de FMS. Ik heb lang als consultant bij Capgemini gewerkt, omdat ik het belangrijk vond om die ervaring op te doen. Maar ik ben altijd geëngageerd gebleven.

“Bij de FMS zijn we echt bevoorrecht om met hele bijzondere mensen en heel bijzondere onderwerpen te werken, echt een verschil te kunnen maken.”

Mijn vrienden zouden me denk ik omschrijven als energiek, iemand met veel ideeën en zeer betrokken. In de samenwerking met mijn collega’s vind ik het belangrijk dat je op elkaar kunt vertrouwen, op elkaars krachten leert rekenen. Iedereen moet zich tot op zekere hoogte een beetje kunnen wegcijferen, anders kom je nergens. Ik vind het samen iets bereiken met een team – met de nadruk op samen – de beste, maar ook de leukste manier van werken. Daarbij is het belangrijk om terug te redeneren vanuit de impact die je wilt hebben. Bij de FMS zijn we echt bevoorrecht om met hele bijzondere mensen en heel bijzondere onderwerpen te werken, echt een verschil te kunnen maken.

 

Welke relevante ervaring neem je mee uit de private sector waar we bij de FMS wat van kunnen leren?

Kijk, in de private sector houd je met andere krachten rekening, waardoor je anders werkt. Je hebt bijvoorbeeld iets meer vrijheid in je dagelijkse werk omdat je minder onder een vergrootglas ligt vanuit de publieke opinie. Er is een sterker gevoel dat tijd geld is en minder dat zaken goed afgewogen moeten worden, waardoor je op een bepaalde manier naar efficiëntie gaat kijken. Er is ook meer ruimte voor innovatie. Er is een enorme prikkel om slim te onderzoeken hoe we nieuwe ideeën kunnen genereren en toepassen. Dus, in het bedrijfsleven is er een bepaalde manier van werken waaruit de publieke sfeer lessen kan trekken.

Tegelijkertijd moet je een stichting niet als een bedrijf runnen, net zoals dat je een bedrijf niet als een stichting moet runnen. Andersom heb ik in mijn huidige werk lessen uit de publieke sector kunnen toepassen. Juist in die wisselwerking tussen beide werelden zitten lessen voor beide kanten.

 

Waarom heb je ervoor gekozen om te solliciteren voor de functie van directeur van de FMS?  

Ik denk dat het een combinatie van verschillende dingen is. Ik ben altijd al heel betrokken geweest bij de stichting en zolang ik trainer ben, heb ik daar ontzettend veel plezier en voldoening uit gehaald. Tegelijkertijd zie ik hoezeer democratie wereldwijd onder druk staat. Dat er bommen vallen op mensen die ik door mijn ervaringen bij de FMS als vrienden ben gaan beschouwen. Het begon toch wel erg te knagen dat er zoveel misgaat in de wereld. Je werk is hetgeen waar je de meeste tijd aan besteedt gedurende je carrière. Meer dan slapen, vrienden, sport of eten. Die tijd en moeite wil ik inzetten voor zaken waarvan ik denk: hier moet ik me nu mee bemoeien. Daarom ben ik weggegaan bij mijn huidige werk. De pullfactor – dat ik me daar bij de FMS helemaal voor in kan zetten – was zo groot dat ik dacht: ik wil dit gaan doen.

“Het begon te knagen dat er zoveel misgaat in de wereld. Hier moet ik me nu mee bemoeien.”

Max van der Stoel zelf is een inspirerende persoon, op meerdere manieren. Toen hij overleed, schreef Frans Timmermans een stukje over hem. Hij schreef dat de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog de tuinderij van de opa en oma van Max van der Stoel bombardeerden, die toen nog een tiener was. Van der Stoel stond daar met gebalde vuisten, met een enorme woede in zijn lichaam. Vanwege het onrecht dat de nazi’s dachten dat het nodig was om de tuinderij, de livelihood van zijn opa en oma te bombarderen.

Toen ik dat las, dacht ik: Inderdaad, dat voelde ik ook, eigenlijk al toen Poetin de provincies Donets en Loehansk onafhankelijk verklaarde. Ik dacht destijds: nee, nee, nee, dit gaat mis, dit gaat helemaal mis. Ik voelde het echt in mijn buik. Dus die onmacht, die woede, dat je even niks kan doen, herkende ik precies. Het is natuurlijk onvergelijkbaar, want ik zit hier in mijn veilige huis.

Max van der Stoel heeft de keuze gemaakt om zijn leven lang het maximale te doen voor vrede, diplomatie en veiligheid. Ik vind dat echt een inspiratie. En toen het bericht kwam dat Arjen Berkvens, toch wel één van mijn helden, iets anders gaat doen, kwam alles samen.

“Max van der Stoel heeft zijn leven lang het maximale gedaan voor vrede, diplomatie en veiligheid. Ik vind dat echt een inspiratie.”

Je bent natuurlijk al een tijd betrokken bij de FMS. Welke ervaring in jouw jaren als trainer bij de FMS is jou het meest bijgebleven?

Ik was ooit als trainer op een regionale training in Moldavië. Dit was in het weekend van de MH17-ramp. Er waren zelfs mensen te laat omdat dit net was gebeurd. Op die training waren niet alleen Moldaviërs, Georgiërs, Oekraïners, Wit-Russen en Armeniërs, er waren ook twee Russen, een jonge man en een jonge vrouw. De aanwezige Oekraïners en Wit-Russen vonden het natuurlijk in eerste instantie niet zo makkelijk dat er ook Russen waren.

De eerste avond zaten we bij elkaar. Het was traditie dat een vertegenwoordiger van elk land even opstond en een paar woorden zei. Toen stond één van de Russen, de jonge vrouw, op om te spreken. De zaal wachtte in stilte af. De jonge Russische vrouw vertelde dat ze geraakt was dat ze bij de training aanwezig mocht zijn. Ze vond het heel bijzonder leeftijdsgenoten uit omringende landen te ontmoeten, met eenzelfde droom, namelijk een Rusland zonder Poetin. En toen zag je iedereen verbaasd kijken. Overtuigingen kunnen medestanders vinden over grenzen heen. Dat kan een heel bevrijdend gevoel zijn. Na haar toespraak moest de Russin huilen, want ze was heel geëmotioneerd dat ze vrijelijk kon spreken. Ze werd toen geknuffeld door één van de Oekraïense deelnemers, die haar woorden prachtig vond. Het was zo’n mooi moment! Het staat me nog enorm bij.

Er zijn Russen die zich altijd hebben uitgesproken. Een zusterpartij in Rusland aan wie ik ooit training gaf, is vakkundig de nek omgedraaid door Poetin. Die bestaan gewoon niet meer. Op dat soort momenten denk je wel: wat heeft het nou voor zin om training te geven? Maar bij de training waren ook wat deelnemers die nog steeds actief zijn in de oppositie, zich nog steeds uitspreken. Ik hoop dan: Als we een paar mensen hebben geraakt met onze ideeën, en dat heeft geholpen, dan ben ik al heel trots.

“Het gaat niet opeens goed met de democratie als wij een weekendje zijn geweest. Maar als we niet zijn geweest, wat hebben we dan gedaan?”

Zo is het in meer landen. Het gaat niet opeens goed met de democratie als wij een weekendje zijn geweest. Maar als we niet zijn geweest, wat hebben we dan gedaan? En als er niemand komt, hoe alleen moet de oppositie zich dan niet voelen? Dus ik hoop elke keer dat we een aantal mensen raken, dat er ergens een lichtje gaat branden.

Van het verleden naar de toekomst: Wat zijn je ideeën voor de toekomst van de FMS?

Ik denk dat FMS qua boodschap en missie echt een schot in de roos is. Ik ga niet zeggen: We gaan het roer omgooien. Ik denk wel dat we soms nog niet genoeg beseffen wat voor een geweldige poule van vrijwilligers en alumni we hebben. Dus ik ga mijn best doen om nog meer uit de betrokkenheid van de mensen die ons een warm hart toedragen te halen. Mensen willen graag iets doen en het gevoel hebben dat ze wat bijdragen. Als we daar meer kansen toe bieden, dan zou ik dat prachtig vinden.

En daarnaast vind ik het belangrijk dat we het publieke debat over thema’s die onderbelicht zijn, maar er echt toedoen, blijven stimuleren. Welke stichtingen doen dat nou – diaspora met politici in gesprek laten gaan, met een publiek erbij? Politieke cafés waarbij je mensen laat nadenken. Iemand laten nadenken is soms al de winst.

Nogmaals, ik wil de huidige lijn van de FMS met zoveel mogelijk kracht voortzetten. Dat is mijn hoofddoel. Dat gaat verschillende gezichten krijgen en we gaan verschillende dingen proberen. Hopelijk kunnen we dankzij mijn private achtergrond nog hier en daar een samenwerking of sponsorship doen. Maar ik ben van mening dat je niet ergens naartoe moet gaan en denken: ik weet het allemaal beter, ik ga het wel even fixen. Zo ben ik ook niet. We gaan voortzetten wat we al doen.