Op 11 december wordt er in Roemenië een nieuw parlement gekozen. De grootste partij is een bolwerk van corruptie. Er is ook een nieuwkomer op het toneel, zonder wortels in de oude communistische elites.
Op 6 juni waren er in Roemenië lokale verkiezingen. In 2015 heeft de toenmalige regering de kieswet gewijzigd in het voordeel van de grootste partij, PSD (sociaaldemocraten in naam). Met één kiesronde in plaats van twee heeft de grootste partij (in de meeste gemeenten de PSD) een extra grote kans om te winnen, dat nog afgezien van de zogenaamde burgemeester bonus (voordeel voor zittende burgemeester).
In een land met systemische, historische corruptie en weinig binnenlandse prikkels om iets te veranderen is het moeilijk om optimistisch te blijven. De republiek Moldavië is op dit moment in een dergelijke situatie. Maar buurland Roemenië, sinds 2007 EU-lid, maakt dit najaar opnieuw ontwikkelingen door die optimistisch stemmen.
De binnenlandse hommeles eisen in Roemenië vaak meer aandacht op dan wat er in het buitenland gebeurt. De vluchtelingencrisis is een dankbaar onderwerp in de pers, maar de politiek reageert aarzelend. Roemenië ligt naast de route naar het beloofde Duitsland, want de vluchtelingen uit het Oosten trekken door buurlanden Servië en Hongarije verder naar Midden-Europa.
Roemenië is een van de sterkste ‘groeiers’ in de Europese Unie van de afgelopen jaren. Ook qua staatsschuld en begrotingstekort staat het land er relatief goed voor. Dit blijkt onder andere uit een overzicht van The Economist. Toch zijn er redenen tot zorg, want de economische groei komt grotendeels van een paar grote buitenlandse investeerders. Echt autochtone productie van goederen en diensten loopt achter bij die van andere voormalige Oostbloklanden.
Toen in 1989 het regime van Ceaușescu viel had Roemenië twee snelwegen. Vijfentwintig jaar later zijn dat er nog steeds twee. Het gebrek aan ontwikkelingen op het gebied van infrastructuur betekent een rem op buitenlandse investeringen in industrie en logistiek.
Als er in de Nederlandse pers iets over Roemenië verschijnt, dan gaat het behalve over ongelukken, verkiezingen en human interest-verhaaltjes ook over criminelen die in Nederland de zakken komen rollen of vrouwen uitbuiten. De grote successen van de Roemeense corruptiebestrijding blijven grotendeels buiten beeld.
Nu Klaus Johannis tegen de verwachtingen in tot president van Roemenië is gekozen, wordt het zijn zwaarste taak om zijn enorme goodwill vast te houden. Ondertussen kijkt men met interesse naar de verkiezingen in de eveneens Roemeenssprekende republiek: Moldavië.
Op 2 november kiest Roemenië een nieuwe president. Uitgaand president Basescu heeft er twee termijnen opzitten en kan niet meer worden herkozen. De meeste kans op het presidentschap maakt huidig premier Victor Ponta. Hij is kandidaat namens de PSD, de partij die zich sociaaldemocratisch noemt en die voor een groot deel bestaat uit voormalig communistisch partijkader. De peilingen zijn notoir onbetrouwbaar in Roemenië, want deze worden allemaal gehouden door aan belanghebbenden gelieerde bureaus. Duidelijk is wel dat Ponta kan rekenen op het doorgaans trouwe PSD-electoraat in de economisch lagere klassen van de bevolking in de provincie.
Groot nieuws in Boekarest: deze zomer was de definitieve veroordeling van Dan Voiculescu. Deze mediamagnaat is een van de machtigste en rijkste mannen van Roemenië. Van achter de tralies blijft hij zijn politieke tegenstanders zwartmaken door middel van zijn nieuwszender.